Lieve J,

Het is zeven uur ’s ochtends. Erg vroeg om je te schrijven. Ik heb een lange treinreis voor de boeg. Ik ben net vertrokken en heb voortvarend mijn netbook opengeklapt. Lekker een paar uur schrijven voor ik mijn bestemming bereik.

Maar … het wil niet vlotten. Het is onrustig om me heen. Er wordt gehoest, gesnoven, gekraakt, gepraat, gebladerd, geslurpt en gesnurkt. Opeens moest ik aan jou denken. En hoe je soms dagenlang onderweg bent in een hobbelende postkoets. Zo’n reis lijkt welhaast eindeloos, of niet?

Schuin tegenover me zit een man in pak. Hij leest iets op z’n tablet en krabt telkens aan zijn haar. Hij zal toch geen luizen hebben?! Gelukkig zit hij niet naast me. Hij lijkt me het type trainer. Bedrijfstrainer vermoed ik. Van de training ‘Haal het optimale uit jezelf’. Zo’n cursus die je beter niet had kunnen volgen, omdat je dan je werkdag veel nuttiger had kunnen besteden.

Verderop zit een meisje van rond de twintig haar ontbijt te nuttigen. Ze heeft het waarschijnlijk net op het station gekocht. Pakje drinkyoghurt en een croissantje. Ze ziet er niet uit alsof ze er echt van geniet. Waar zou zij naartoe gaan? Een opleiding misschien? Journalistiek? Nee, ze loopt waarschijnlijk stage op een basisschool. Student pabo denk ik. Hopelijk is ze tegen de tijd dat ze op school is voldoende wakker. Met de energie die ze nu uitstraalt, krijgt ze een klas echt niet mee. Ik heb met haar te doen: dit is nog maar het begin van haar carrière!

Ik snap nu wat je bedoelde met die opmerking in je laatste brief. De personages bieden zich vanzelf aan als je je zelf wat terughoudend opstelt en alleen observeert. Mrs Bennet heb je dus in een koets ontmoet? Hield ze ooit op met praten? O, die reis moet eindeloos hebben geleken!

We rijden station Nijmegen binnen. De bedrijfstrainer en de stagiaire gaan er hier allebei uit. Ik bedenk opeens een andere mogelijkheid: misschien gaat zij wel naar zijn training. Loopt ze geen stage op school, maar is ze jongste bediende bij een verzekeringsmaatschappij. Wat een vooruitzicht. Een hele dag casestudy’s en rollenspel. Zij liever dan ik!

Liefs,
A

Anke Werker en Rick de Haas

‘Follies and nonsense, whims and inconsistencies do divert me, I own, and I laugh at them whenever I can.’
Met dit citaat van Jane Austen (1775-1817) als motto schrijft Anke Werker (1972) brieven aan deze schrijfster. Een reactie verwacht ze niet. Wel hoopt ze antwoord te vinden op de vraag hoe anders de wereld van nu is in vergelijking met twee eeuwen geleden. En, is die wereld wel zo anders? Illustrator Rick de Haas voorziet de brieven van commentaar in beeld.