Deze inzending voor onze Emma-schrijfwedstrijd is geschreven door Grietha Hardam.
Er was één jaar verstreken, het leven in Highbury ging zo rustig zijn gang. In huize Hartfield was de rust weer weergekeerd, Isabel, John en de kinderen waren wezen logeren. Het was een hele drukte, dacht mr. Woodhouse. Wat waren ze groot geworden, vooral de kleine Emma, ach de kleine had zijn hart veroverd, wat was het toch een lief kind.
Maar de jongens, ze konden nog geen vijf minuten op hun stoel zitten, komt vast door al dat snoep dat ze doorgaans kregen. Maar volgens Isabella mochten jonge kinderen heus wel iets lekkers krijgen!
Hij werd uit zijn gemijmer gehaald door Emma: “En papa al een beetje uitgerust, vond u het een beetje gezellig?”
“Ja hoor”, beantwoordde hij.
Emma was nu ruim een jaar getrouwd, vaak plaagde ze George: “Heb je nu geen spijt dat je aan me vast zit, zeker nu we de kleine hopen te krijgen?” Daarop werd steevast geantwoord: “Ach mijn lief, ik zou mijn leven niet anders kunnen voorstellen en willen ruilen voor al het goud van de wereld!” Daarop gaf hij haar een stevige kus.
“Wat denk je George, komen Harriet en Robbert nog vanmiddag?”
“Ik denk het wel”, beantwoorde die de vraag. “Robbert had het er over dat ze om drie uur zouden komen.”
fantastisch. Mw. Goddard wordt nu echt een dagje ouder, ze was al druk op zoek naar een opvolger, ze had nu nog dertig meisjes op het internaat.
Klokslag drie uur waren de Martins er. De begroeting was allerhartelijkst. Ze had de kokkin gevraagd om haar beste maaltijd te bereiden. Ze begaven zich aan het diner. “En hoe is het op Abbymill”, vroeg George.
“Oh, het gaat heel goed, de gewassen groeien goed en er is aardig wat jong vee geboren.”
“Och”, zegt mr. Woodhouse, “is het voor de dieren niet te koud buiten?”
“Nee papa”, zegt Emma, “het is immers voorjaar, dan gaan de dieren altijd weer naar buiten, en het wordt al lekker warm, dat vinden ze fijn.”
“Oh”, zei Harriet, “Emma, je moet eens komen kijken, zo lief al die jonge dieren. Kom je morgen?”
“Ja hoor,” beantwoordde Emma.
Na het diner vertrokken de mannen naar de salon om samen met mr. Woodhouse een sigaartje te roken. Emma en Harriet liepen samen nog een rondje door de tuin. Negen uur vertrokken de Martins weer naar huis.
Nadat de thee was geserveerd vroeg Emma: “Hoe is het met Lukas?” Lukas was een wat oudere heer die kort na de bruiloft van Emma en George in Highbury was komen wonen. Hij bezat een kleermakerij, prachtige kostuums werden er gemaakt.
“Het gaat heel goed, het is een ontzettend aardige en lieve man”, beantwoordde miss Bates de vraag. “Hij heeft hier al een paar keer gegeten, en als er een klusje te doen is, doet hij het met alle liefde. En zal ik je eens wat vertellen: hij heeft mij gevraagd, zo lief, ik ben de ware voor hem!”
“En”, vroeg Emma, “wat heeft u gezegd?”
“Ach”, zegt miss Bates, “ik ben natuurlijk niet zo’n romanticus als jij, maar gezien mijn leeftijd is onze toekomst niet meer zo ver. Maar ja, om je vraag te beantwoorden: we hopen in het najaar te trouwen, ik kan niet gelukkiger wezen, hopelijk is moeder tegen die tijd wat opgeknapt.”
“Och”, zegt Emma, “ik wil u van harte feliciteren met uw keus en dat zonder dat ik aan het koppelen ben geslagen!”
“Dank je, lief kind”, beantwoordde miss Bates. “Jane is ook zo blij voor me, Jane en Frank zijn gisteren nog langs geweest.”
“Oh”, zei Emma, “hoe is het met Jane en Frank?
“Nou”, zei miss Bates, “goed, Frank zijn tante heeft Encombe aan hem nagelaten, ze hopen nu gauw daarheen te verhuizen.” Ze waren nu twee maanden getrouwd en woonden nog steeds op Randalls, ze waren nog steeds zielsgelukkig met elkaar. Och en de bescheiden Jane was helemaal opgebloeid en erg opgelucht nu alles van de achterliggende maanden op was gelost.
Hartelijk nam Emma afscheid van miss Bates. Na een gezellige dag werd het avond in Hartfield er werd nog gezellig nagepraat over de verstreken dag. Toen werden de kaarsen uitgeblazen, men wenste elkaar een goede nacht en men begaf zich te bed.
(c) Grietha Hardam
heel leuk verhaal het lijk net echt
Mooie afloop.
wauw egt goed geschreven